Op zaterdag 22 april waren we als oude-Mercedes-liefhebbers van harte welkom in het enorme en hypermoderne motorenrevisiebedrijf Keizer in Doetinchem. Dit bedrijf is tevens een van de
sponsoren van ons Register, waardoor het extra interessant was om ook daar eens te mogen kijken.
Ten eerste zij vermeld dat de persoonlijke ontvangst en de verzorging met koffie en broodjes door de gezellige en goedlachse dames van het bedrijf meteen de toon zette voordeze middag, en ook een goed beeld gaven van hoe dit bedrijf werkt: met uiterste zorg, rustig, vriendelijk, op en top
verzorgd en met alle ruimte voor persoonlijk contact. Beter kun je het niet krijgen. Ook al gaat zo’n dag over techniek, als de menselijke schakel ontbreekt gaat het eigenlijk nergens over dan behalve van A naar B of Z rijden, en wij zitten in een enthousiastenclubje omdat we het leven willen vieren met mooie auto’s, nieuwe dingen willen leren en elkaar daarmee blij maken.

Bij binnenkomst werd me meteen al duidelijk dat het niet vanzelfsprekend is dat we elke dag zomaar in onze mooie Heckflossen kunnen stappen enwegrijden. Een van de aanwezigen bij deze excursie kwam binnen in een rolstoel, na 25 jaar geleden op de motor te zijn aangereden door een nietoplettende automobiliste. De man heeft in die tijd zichzelf in staat gesteld zich aan te passen aan deze omstandigheden, maar legt zich er niet bij neer en wil zeer graag ook een aangepaste Mercedes gaan rijden.

Mede om dit duidelijk te maken, en zich in te leven in de techniek van onze Heckflosse was hij naar deze dag gekomen. Ik wil op persoonlijke titel graag toevoegen dat deze vriendelijke knul (René) mij een spiegel heeft voorgehouden: als ik eens een dag me niet zo lekker voel, dan wil ik graag heel even aan hem denken. En daarna moet ik niet al te veel zeuren, want ook al heb ik dan misschien hoofdpijn, ik kan gewoon in de auto stappen en wegrijden.
Ik wil graag blijven snappen dat niet alles vanzelfsprekend is, dus een zekere dankbaarheid voor elke dag in onze prachtige wagens is heel gepast. Dus ook om die reden was de dag leerzaam.

De introductie van de dag was als een soort jongensboek: de eigenaar van het bedrijf die het praatje inleidde was ooit begonnen als bezemjongen in het oude bedrijf aan de rand van Doetinchem. De oprichter van het bedrijf had hem dit baantje gegund, en ‘we moesten maar zien’. Echter, deze bezemjongen had de opmerkelijke (over)gave om alles om hem heen wat hij schoonbezemde in zich op te nemen, en er zich verder voor te interesseren, om vele jaren later toen de heer Keizer senior met pensioen ging het bedrijf over te nemen. En het heeft zijn voordelen om alles te weten van bezems, want het hele bedrijf dat we mochten doorlopen is brandschoon; het lijkt wel een laboratorium.

Het gaat natuurlijk veel te ver om een minutieuze beschrijving te geven van de excursie, maar wat van hoofdbelang was om te weten te komen is dat alles wat je aan motoren bedenken kunt (van 50cc bromfietsmotor tot 12-liter Caterpillarmotor) in dat bedrijf gereviseerd wordt, en op topkwaliteit met garantie.

De excursie bestond uit twee delen: de motorenrevisie’sectie’ en de brandstofpompenafdeling. Dit zijn twee verschillende disciplines. En zeker voor ons als adepten van motoren met brandstofinjectiesystemen uitermate interessant, omdat je daarmee extra inzicht krijgt in wat onze motoren nu eigenlijk  doen, en dat het niet zomaar een viertaktmotor is die brandstof krijgt uit een tank die achter onder de kofferbak is gehangen, maar dat deze brandstofregulator, de brandstof- injectiepomp, een waarlijk precisieinstrument is en een echte motor op zich is, die alleen met speciale precisie meet- en afstelgereedschappen af te regelen is waardoor de prestaties optimaal worden. Voor de extra geïnteresseerden: ga maar eens terug naar de race-successen van de 300SL-Gullwings uit de jaren ’50, waarin deze brandstofinjectie bepalend was voor het succes.

En het is dus goed om te weten dat dit bedrijf Keizer alles aankan, en alles zelf in huis heeft om de motoren die wij in onze auto’s hebben tot topkwaliteit te kunnen terugbrengen. Dit geldt niet alleen voor de technische apparatuur die er in huis is, het geldt ook vooral voor de geschiedenis die in de hoofden zit van de werknemers, de weet hoe (de knowhow), die er voor zorgen dat de juiste balans gevonden wordt tussen hoe het kan en hoe het moet. Machines, materialen en gereedschappen zijn door de jaren heen verbeterd door de technologische vooruitgang, maar moeten worden toegepast op ontwerpen van vele tientallen jaren geleden. En ook al is de oudere jongere heer Keizer, oprichter van het bedrijf, met pensioen, hij komt het liefste elke dag nog terug in het bedrijf. Dat
komt hemzelf ten goede omdat hij niet iemand is die de hele dag tussen de geraniums naar buiten gaat zitten kijken hoe de wereld aan hem voorbij gaat.